9789033132018

Ds. M. van Sligtenhorst Gods Gezalfde Bijbelstudies over de drie ambten van Christus DEN HERTOG – HOUTEN

‘Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing.’ 1 Korinthe 1:30 © 2022 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3201 8 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoud Woord vooraf 7 Inleiding - het drievoudig ambt van Christus 9 Bijbelstudie: Exodus 30:22-33 en 1 Johannes 2:18-28 17 Deel I: De Wijsheid Gods 21 1. De wetsprediking van de hoogste Profeet 22 Bijbelstudie: Mattheüs 5:21-48 27 2. De heilsprediking van de Profeet 31 Bijbelstudie: Johannes 7:25-53 35 3. De wijsheidsprediking van de Profeet 39 Bijbelstudie: 1 Korinthe 1:18-31 42 Deel II: Het Lam Gods 49 1. De spijs van Christus 51 Bijbelstudie: Lukas 2:41-52 54 2. Offer en Offeraar 59 Bijbelstudie: Johannes 1:19-40 64 3. Onze Voorspraak 68 Bijbelstudie: Exodus 28:1-30 73 4. De Hogepriester en het priesterschap aller gelovigen 77 Bijbelstudie: Job 1:1-5 82 Deel III: De Allerschoonste 87 1. De Koning en Zijn zwaard 88 Bijbelstudie: Psalm 2 92 2. De Leeuw van Juda’s stam 97 Bijbelstudie: Psalm 110 101 3. Sions Vorst, geducht in macht 105 Bijbelstudie: Openbaring 12:10-12 109 5

Woord vooraf ‘En als nieuwgeboren kinderkens, zijt zeer begerig naar de redelijke onvervalste melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen’, zo schrijft de apostel Petrus aan de verstrooiden in Klein-Azië (1 Petr. 2:2). In de Schrift worden de gelovigen opgeroepen tot opwas in de kennis en genade van God in Christus (2 Petr. 3:18; Ef. 4:15; Kol. 1:10). Als deze opwas in de genade of kennis van Christus er niet is, dan is er verachtering in de genade. Wie zijn zaligheid buiten zichzelf in Christus Jezus heeft leren zoeken, moet dit steeds opnieuw leren doen. Buiten Hem heeft Gods kind niets en zonder Christus kunnen zij geen goed doen (Joh. 15:5). Wie dat nog nooit geleerd heeft, kent Christus niet. Echter, diegene die werkelijk iets heeft genoten van Christus’ bediening als Profeet, Priester en Koning, die zal zich laten aansporen om steeds weer uit Hem bediend te worden. Dit alles is tot de lof en prijs van de Drie-enige God. Het is onze wens en bede dat dit Bijbelstudieboekje tot dat doel gezegend mag worden. De uitgave die voor u ligt, gaat over de drie ambten van Christus. Wie de Christus leert kennen, leert Hem kennen als Profeet, Priester en Koning. Die kennis moet echter wel verdiept en verbreed worden. Door middel van dit schrijven proberen we u iets aan te reiken tot kennis en meer7

dere kennis van de Schoonste der mensenkinderen. Het boekje is geschreven met de bedoeling dat de lezer iets zou mogen ontdekken van de heerlijkheid van Christus in Zijn drievoudig ambt. Het profetisch, priesterlijk en koninklijk ambt van Christus laat immers iets zien van Zijn heerlijkheid. De overdenking van Zijn ambten is een zegen voor de ziel die buiten Christus niets meer durft te hopen. Het is mijn bede dat het geschrevene tot zegen mag zijn voor iedere lezer. Nieuwleusen, zomer 2022 Ds. M. van Sligtenhorst 8

Inleiding Het drievoudig ambt van Christus Zondag 12 Vraag 31 Waarom is Hij Christus, dat is een Gezalfde, genaamd? Antwoord. Omdat Hij van God den Vader verordineerd is, en met den Heiligen Geest gezalfd, tot onzen hoogsten Profeet en Leraar, Die ons den verborgen raad en wil Gods van onze verlossing volkomenlijk geopenbaard heeft; en tot onzen enigen Hogepriester, Die ons met de enige offerande Zijns lichaams verlost heeft, en voor ons met Zijn voorbidding steeds tussentreedt bij den Vader; en tot onzen eeuwigen Koning, die ons met Zijn Woord en Geest regeert, en ons bij de verworven verlossing beschut en behoudt. Vraag 32 Maar waarom wordt gij een Christen genaamd? Antwoord. Omdat ik door het geloof een lidmaat van Christus en alzo Zijner zalving deelachtig ben; opdat ik Zijn Naam belijde, en mijzelven tot een levend dankoffer Hem offere, en met een vrije en goede consciëntie in dit leven tegen de zonde en den duivel strijde, en hiernamaals in eeuwigheid met Hem over alle schepselen regere. 9

Uitverkoren om de heerlijkheid Gods te zien In het Hogepriesterlijk gebed van de Heere Jezus Christus in Johannes 17 lezen wij dat Christus in de discipelen is verheerlijkt. God de Vader deelt vanuit Christus al Zijn schatten en gaven uit en verkondigt Zijn heerlijkheid aan de discipelen, maar ook aan allen die door hen tot geloof zullen komen (Joh. 16:15; 17:20). Christus is in hen verheerlijkt, omdat Hij hun de Vadernaam geopenbaard heeft (Joh. 17:6) en het Woord van de Vader aan hen gegeven heeft (Joh. 17:14). Christus zegt niet alleen dat Hij in Zijn discipelen verheerlijkt is, Hij bidt ook dat zij Zijn heerlijkheid nog zullen aanschouwen. De discipelen zullen na een aantal dagen de heerlijkheid van de Opgestane zien. Daarna zullen zij, als de Heilige Geest uitgestort wordt, nog meer van Zijn heerlijkheid zien. Uiteindelijk zullen zij Christus’ heerlijkheid zonder enige beperking zien, straks in de eeuwige heerlijkheid. Gods kind is uitverkoren om Christus’ heerlijkheid te aanschouwen door het geloof. De verkondiging van Gods Woord en de werking van Gods Geest, alsook andere ontmoetingen bij een geopende Bijbel, mogen daartoe dienen dat zondaren de heerlijkheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest gaan ontdekken. Als een gelovige eenmaal iets van de heerlijkheid van Christus heeft mogen zien, verlangt hij daarvan méér te mogen zien. De Gezalfde Christus is het Griekse woord voor masjiach, dat ‘gezalfde’ betekent. Priesters en koningen in het Oude Testament werden soms ook wel gezalfden genoemd. Deze ambten waren echter in de regel gescheiden in het Oude Testament. Van koning Melchizédek lezen we dat hij ‘een priester des allerhoogsten Gods’ was (Gen. 14:18). 10

Alleen in Christus zijn alle drie de ambten verenigd. Het koninklijk en profetisch ambt konden in de oude bedeling niet door één persoon bekleed worden, maar in Christus geschiedt dit wel. Het Oude Testament getuigde hier al van (Ps. 110, Hebr. 5:6). Hij is zowel Profeet, Priester als Koning. De brief aan de Hebreeën gaat uitvoerig op deze zaken in. In Lukas 4 lezen we hoe Christus in de synagoge van Nazareth het woord krijgt. Na de lezing uit de Thora vond de haftara, een lezing uit de profeten, plaats. Christus leest na de Thoralezing een gedeelte uit Jesaja voor, waarin het gaat over Hem. ‘De Geest des Heeren Heeren is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen des Heeren, en den dag der wrake onzes Gods, om alle treurigen te troosten; om den treurigen Sions te beschikken dat hun gegeven worde sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid, het gewaad des lofs voor een benauwden geest; opdat zij genaamd worden eikenbomen der gerechtigheid, een planting des Heeren, opdat Hij verheerlijkt worde’ (Jes. 61:1-3; zie voor de geschiedenis: Luk. 4:16-30). Jesaja heeft ook op andere plaatsen geschreven dat de beloofde Messias meer dan alle andere ambtsdragers gezalfd zou zijn (Jes. 11:2; 42:1). In Psalm 45:8 lezen we dat Christus gezalfd is met vreugdeolie en dat deze zalving boven de zalving van alle andere gezalfden uit gaat. In Spreuken 8:23 spreekt Christus als de opperste Wijsheid dat Hij van 11

eeuwigheid gezalfd is. Later, in het Nieuwe Testament, heeft Johannes de Doper Christus mogen aanwijzen als de beloofde Messias. Als hij zegt dat Christus de Geest heeft zonder maat, dan spreekt hij overeenkomstig de beloften van het Oude Testament (Joh. 3:34). Paulus en Petrus hebben de Heilige Geest de Geest van Christus genoemd en Johannes noemt de zalving door de Heilige Geest ‘de zalving van de Heilige’, een aanduiding waarmee hij Christus bedoelt (Rom. 8:9; 1 Petr. 1:11; 1 Joh. 2:20). Wanneer de Heilige Geest ‘de Geest van Christus’ genoemd wordt, dan staat dit in relatie tot Christus’ borgtochtelijk werk. De Geest moet immers ontvangen worden van Hem, omdat Hij de Geest als Gave heeft verdiend met Zijn bloed. Johannes Calvijn Calvijn heeft de heerlijkheid van Christus in Zijn drie ambten ook aan de orde gesteld. Hij zag de noodzaak van de overdenking daarvan in. Expliciet wijdt hij enige ruimte aan de drie ambten van Christus in zijn bekende Institutie.1 De reformator ziet het als een groot gemis als de Kerk geen goed begrip van de drie ambten van Christus heeft. De ketters in de tijd van Augustinus gebruikten net als de roomse kerk wel de naam Christus (Gezalfde), maar misten het rechte zicht op Hem. Dat betrof ook hun kennis van Zijn drie ambten. Ook in de Rooms-Katholieke Kerk worden de drie ambten van Christus wel genoemd, maar niet begrepen volgens de reformator Calvijn.2 In Calvijns Catechismus van Genève ontvangt de leerling ook onderwijs over de drie ambten van Christus. Vraag en 1. Institutie, II.15. 2. Institutie, II.15.1. 12

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==